
Co-piloten in rally's zijn gelijkwaardige partners van de coureurs en verantwoordelijk voor navigatie, timing, veiligheid en het doorgeven van informatie terwijl ze met hoge snelheid over wisselend terrein racen. Hun werk begint dagen voor de start en bepaalt hoe snel een team veilig kan rijden en hoe nauwkeurig ze zich aan de regels houden. De effectiviteit van deze samenwerking bepaalt vaak wie er wint, wie titels pakt en het verschil tussen risico en marge.
In de moderne rallysport beheert de co-piloot alles wat de coureur niet kan zien of meten terwijl hij voluit rijdt. Ze stellen pacenotes op en leveren deze, interpreteren het roadbook, regelen de tijdcontroles en zorgen ervoor dat alles volgens de regels verloopt tijdens de verbindingssecties. Hun rol omvat verkenning, uitvoering van de etappe en de serviceverbinding, en vormt een continue cyclus van voorbereiding, communicatie en feedback die de prestaties van het team ondersteunt. Pacenotes worden gemaakt tijdens de verkenning (meestal een beperkt aantal ronden in het WRC) en bevatten elke heuveltop, bochtradius, helling, verandering van oppervlak en gevaar.
De systemen verschillen—numerieke schalen (bijv. 1–6), beschrijvende termen, plus/minus-modificaties, afstanden en waarschuwingen—but consistentie is essentieel. Co-piloten bewerken, formatteren en indexeren de aantekeningen voor snelle toegang, en integreren dan late updates van route- of ijsnota-teams bij geselecteerde asfalt evenementen zoals Monte Carlo. Tijdens de etappe lezen co-piloten vooruit in een gecontroleerd tempo—meestal één tot drie bochten van tevoren—en passen ze de timing aan op basis van snelheid, zichtbaarheid en grip. De oproepen omvatten richting en ernst, instructies zoals “aanscherpen,” “openen,” “over,” “niet snijden,” afstanden en waarschuwingen.
Duidelijke articulatie via de intercom, stabiele ademhaling en aanpasbare pacing helpen coureurs om zonder aarzeling te rijden, zelfs in stof, mist, nacht etappes of bij slijtage van de banden. Tussen de etappes beheren co-piloten de tijdkaart en streeftijden, waarbij ze het team door tijdcontroles, service in/out, tankzones en verkeerswet-conforme verbindingsroutes leiden. Ze voorkomen kostbare vroeg/later straffen, monitoren de bandtoewijzingen en strategie met ingenieurs en stemmen eventuele routewijzigingen af. Nauwkeurige navigatie met behulp van het roadbook en de onboard tripmeters houdt de auto op schema wanneer GPS-hulpmiddelen beperkt of irrelevant zijn voor de competitie-timing.
De verantwoordelijkheid voor veiligheid is gedeeld, maar vaak geïnitieerd door de co-piloot. Ze volgen SOS/OK-procedures, zetten driehoeken in, signaleren marshallers en gebruiken FIA-tracking en vlagprotocollen als er incidenten plaatsvinden. Ze worden getraind in ontruiming, brandbestrijding en medische communicatie. Fysiek beheren ze het lezen bij hoge g-krachten en oneffen oppervlakken; cognitief zorgen ze voor foutloze communicatie gedurende uren, om misselijkheid en stemvermoeidheid te verminderen.
De waarde van de samenwerking is duidelijk in langdurige winnende teams—Loeb/Elena, Ogier/Ingrassia, Mäkinen/Harjanne, Kankkunen/Piironen, Sainz/Moya—waarbij gedeelde terminologie en vertrouwen zorgen voor consistentie over rally's en tijdperken heen. De FIA kent wereldtitels voor co-piloten toe naast die voor coureurs (sinds 1979), wat erkent dat snelheid zonder accurate informatie nutteloos is. Co-piloten zetten verkenning om in herhaalbare snelheid, waarbij ze onbekende wegen omzetten in een plan—en een plan in resultaten.